Eerste Groninger Tramway-Maatschappij
De Eerste Groninger Tramway-Maatschappij (EGTM) werd op 31 oktober 1879 opgericht en bouwde en exploiteerde de langste paardentramlijn van Europa. Deze lijn was tijdens zijn maximale omvang 45 kilometer lang en liep van Zuidbroek naar Ter Apel met een aftakking van Veendam naar Nieuwe Pekela.
De EGTM werd opgericht door Anthony Winkler Prins en een aantal Groninger notabelen. Deze maatschappij bouwde allereerst een paardentramlijn op normaalspoor van Zuidbroek via Muntendam, Veendam, naar Wildervank. Deze lijn werd op 17 augustus 1880 geopend. Ze kreeg vervolgens een concessie om de lijn door te trekken naar Stadskanaal op voorwaarde dat overschakeling op een andere tractie, zoals stoom, eerst aan het gemeentebestuur van Groningen moest worden voorgelegd. De lijn werd geopend in 1881. De EGTM hield in 1884 een proef met een stoomlocomotief tussen Zuidbroek en Stadskanaal, maar hoewel de proef succesvol was, kwam de toestemming er niet. Het gemeentebestuur was bang dat de slappe bodem de locomotief niet zou kunnen dragen en omdat er weerstand bestond vanuit de bevolking omdat ze bang waren dat paarden op hol zouden slaan. In 1894 kwam er een verdere uitbreiding naar Valthermond en een zijlijn die van Veendam naar Nieuwe Pekela. Tenslotte volgde de verlenging van de lijn naar Ter Apel in 1895. Een zijspoor naar het station in Stadskanaal werd in 1908 aangelegd. Vanaf 1885 vervoerde de maatschappij ook post. Het belangrijkste onderdeel was personenvervoer. Het goederentransport maakte in de jaren tot 1905 ongeveer 6% van de omzet uit.
In 1905 werd Huttinga directeur en werd het bedrijf gerationaliseerd. In 1910 kreeg de maatschappij duchtig te lijden van concurrentie van de spoorlijn van de Noordooster Locaalspoorweg-Maatschappij, die voor een groot deel evenwijdig liep aan de lijn van de EGTM en de afstand in veel minder tijd overbrugde. het reizigersvervoer per paardentram nam sterk af en de maatschappij kwam in financiële moeilijkheden. Ze stopt het reizigersvervoer op het traject Zuidbroek - Veendam. Een in nood opgericht Syndicaat tot Reorganisatie der Groninger Tram nam de inboedel op 31 december 1911 over.
In 1914 werd dit weer overgenomen door de Stoomtramweg-Maatschappij Oostelijk Groningen (OG). Deze had aanvankelijk plannen om de lijn om te bouwen tot kaapspoor en geschikt te maken voor stoomtractie. Maar hier kwam niets van terecht. Op 1 oktober staakte de OG de paardentramlijn. Op 1 november gingen de paardentrams weer rijden tussen Stadskanaal en ter Apel in dienst van de GOSTA en tussen Veendam en Nieuwe Pekela in dienst van VP. Het betrof op beide lijnen voornamelijk postvervoer. Dit duurde tot in 1923. Toen viel het doek definitief. In 1924 opende de lijn tussen Stadskanaal en Ter Apel van de N.V. Gronings-Drentsche Spoorwegmaatschappij Stadskanaal-Ter Apel-Rijksgrens (STAR)
Bron: Wikipedia